Kempinski Akaba

We verhuisden van het eenvoudige Golden Tulip naar het Kempinski Hotel in Akaba, een luxe resort aan de kust.

Het hotel is goed beveiligd en ziet er van buiten uit als een soort fort, met een stalen hek, beveiliging en detectiepoortjes. Onze Jordaanse taxichauffeur werd nogal bot te kennen gegeven dat hij ons mocht afzetten maar daarna snel weer moest vertrekken. We hadden met hem te doen. Via deze koude entree stapten we een zeer luxueus hotel binnen.

Het is er stijlvol strak ingericht en van alle gemakken voorzien. Zwembaden, Jacuzzi, meerdere restaurants, Wellness en fitness ruimtes, het is allemaal aanwezig.

Er is zelfs een mooi stukje privé strand, zodat we ons niet op de overvolle openbare stranden hoeven te begeven.

We kunnen eindelijk weer eens gewone verse broodjes eten en zowel het diner als het ontbijt bieden een overvloed aan keuze.

De kamer is ruim en er zit een fijn zonnig balkon bij met uitzicht op zee. Hier kunnen we heerlijk uitrusten en alle indrukken verwerken van de reis die achter ons ligt.

Onze kamer ligt op de eerste verdieping.

‘s Middags waren we getuige van een show uitgevoerd met stuntvliegtuigjes.

Snorkelen in de Rode Zee

Vandaag maakten we een boottocht op de Rode Zee. Met een speedboat werden we opgepikt bij het hotel om in de haven van Akaba aan boord te gaan van een jacht.

We voeren langs de kust en langs de haven van Akaba.

Omdat dit de enige havenstad is het van het land, meren hier ook de vrachtschepen aan.

En niet te vergeten de grote cruise schepen.

De onderwaterwereld is hier prachtig. Via het glas konden we daar het nodige van zien. We voeren over een mooi rif heen en een wrak van een Libanees schip.

Om echt goed te kunnen genieten van het onderwaterleven, moet je het met je eigen ogen zien. We zetten dus onze snorkels op en doken het zoute water in. Snorkelen is hier leuk om te doen want er is veel ondiep koraal.

Eenmaal terug op de boot werd er een barbecue aangezet en konden we in het zonnetje genieten van een heerlijk maaltje.

Down Town Akaba

Vandaag gingen we de binnenstad van Akaba in. Het viel op hoeveel kleine winkeltjes hier zijn, het bleken er nog veel meer te zijn dan we hadden vermoed.

Behalve massa’s souvenirs, werden nootjes (cashew en pistache noten), speelgoed, kleding en apparatuur verkocht. Winkelen is in Akaba is populair onder Jordaniërs want het gebied is vrijgesteld van belasting.

Wie liepen over een marktje en zagen de Islamitische slagerij die haar waren op traditionele wijze ten toon stelde.

Onderweg aten we voor slechts 5 euro een lunch bij een lokaal restaurantje. We keken vreemd op toen we deze kameel voorbij zagen lopen!

In heel Jordanië zie je onderstaande kleurrijk versierde wagens rondrijden. Ze zijn uniek versierd en het geeft letterlijk kleur aan het straatbeeld.

‘s Avonds hebben we gegeten bij een restaurant genaamd “Ali Baba”. Het eten was goed en de rekening was nog niet de helft van wat we in ons hotel zouden betalen.

Ik bestelde een biertje bij het eten. Wanneer je in Jordanië een lokaal biertje bestelt, heb je twee varianten. De eerste heet Philadelphia, een bier vernoemd naar de Romeinse naam voor de hoofdstad Amman.

Het tweede lokale bier heet… Amstel. Je kunt Amstel overal krijgen en het smaakt precies hetzelfde als in Nederland. Toch wordt dit in het land zelf gebrouwen en als lokaal bier geserveerd. Nieuwsgierig keek ik op het blikje en las daarop de volgende tekst:

Brewed and canned under supervision of Amstel Brouwerij BV, Amsterdam

Een echt Nederlands biertje dus, maar gebrouwen in Jordanië!

Coral Bay

Onze eerste ervaringen in de Rode Zee waren zo goed, dat we besloten nog een keer te gaan snorkelen. De beste plek om dat te doen is “Coral Bay”, een resort op nog geen twee kilometer van de Saoedische grens.

Om er te komen moesten we een taxi ronselen, want het is een rit van 20 minuten vanaf Akaba. Het is geen probleem om een taxi te vinden, want er rijden bijna net zoveel groene taxi’s als gewone auto’s rond.

De chauffeurs spreken je aan vanuit hun auto of op straat en houden dan hun verkooppraatje. Na afloop krijg je een visitekaartje toegestopt. Na een tijdje rondlopen hadden we een hele collectie. Een taxichauffeur genaamd Ali wist ons uiteindelijk te overtuigen en met hem reden we naar Coral Bay.

Het resort ligt naast een Jordaanse legerbasis, dus we moesten langs een militaire post om er te komen. De officier ter plaatse wierp een strenge blik op ons, stelde wat vragen aan de chauffeur en liet ons toen doorrijden.

Voor toegang tot het strand moest zowaar betaald worden. Maar dat was het wel waard, want Coral Bay heeft een prachtig huisrif. We liepen vanaf het strand zo de zee in en zagen de mooiste koralen en kleurrijke vissen.

Bij het hotel zelf was het erg rustig. We hadden het strand vrijwel voor ons alleen.

Eilat, Israël

Vanuit Akaba zie je Eilat liggen, een badplaats in Israël. Aangezien we nu alle belangrijke toeristische trekpleisters in Jordanië gehad hadden, leek het ons wel leuk om daar te gaan kijken. We hadden immers vanaf de berg Nebo het beloofde land al gezien. Mozes zou daarna nooit meer Israël betreden en dat zou ons toch niet gebeuren?

We hadden een afspraak met onze vaste taxichauffeur Ali, maar die liet ons dit keer in de steek. Niet getreurd, we sprongen wel in een taxi die voor het hotel stond te wachten. De onfrisse chauffeur, die bekende ‘s nachts in zijn auto te hebben geslapen, kreeg zijn barrel maar ternauwernood aan de praat. Maar na een minuut of 10 werden we afgezet bij de grenspost.

We waren de enigen die de grens over wilden, want het was er doodstil. Snel ging het echter niet. Het Jordaanse gedeelte bevatte vier controles en er moest “exit tax” betaald worden.

We liepen door een strook niemandsland naar de grens met Israël. Nog steeds was er, behalve militairen en douane personeel, niemand te bekennen. We vroegen ons serieus af of dit wel een goed idee was geweest, aangezien niemand anders blijkbaar zo gek was hier de grens over te gaan.

De controle om Israël in te komen was zo mogelijk nog strikter. Onze rugtas werd zo uitgebreid onderzocht, dat dit zeker een kwartier in beslag nam. Toen ze zich er net van verzekerd hadden dat onze zonnebrand en flesjes water geen gevaar vormden, ging er een alarm af en moesten we met zijn allen naar buiten hollen. Gelukkig bleek dit slechts een oefening te zijn.

Nog een paar paspoortcontroles, stempels en kruisverhoren verder was het dan eindelijk gelukt: we waren in Israël. We lieten ons door een taxi in het centrum van Eilat afzetten.

Het viel direct op dat Eilat veel westerser is dan Akaba. Hier geen hoofddoeken en burka’s op straat. We zagen wel sporadisch iemand met een keppeltje op.

Een ander belangrijk verschil is dat hier veel vrouwen werken, in de winkels en ook bij de douane. De stranden waren overvol met toeristen uit alle windstreken.

Het Arabisch is hier vervangen door Hebreeuws, waar we nog steeds niets van begrijpen.

We liepen een pier op en zagen op de andere oever ons hotel liggen.

Merkwaardig genoeg is het vliegveld van Eilat in het midden van de stad, dus de vliegtuigen komen heel laag over. Er is ook veel beveiliging. Bij het winkelcentrum werden we uitgebreid gecontroleerd en we zagen zwaarbewapende soldaten patrouilleren over de straten.

Langs de kust staan veel grote luxe hotels.

De prijzen zijn over het algemeen wat hoger dan in Jordanië en uiteraard moesten we bij de grens onze dinars omwisselen voor sheqels, de munteenheid in Israël. Eén sheqel is ongeveer 20 eurocent waard.

We brachten de middag in Eilat door en trakteerden onszelf op een goede koosjer hamburger en milkshake. Daarna gingen we terug naar de grens waarin we opnieuw alle controles in omgekeerde volgorde ondergingen. Een hoop stempels en een ervaring rijker kwamen we uiteindelijk weer terug in Jordanië.

De Dode Zee en de Jordaan rivier

Op de terugweg van Akaba naar Amman, hadden we nog één belangrijke tussenstop: de Dode Zee. Dit zoutwatermeer ligt op 423 meter beneden zeeniveau, waarmee het het laagste punt op aarde is.

Het was ongeveer 2,5 uur rijden vanaf Akaba. We reden vlak langs de grens met Israël. Verder was er onderweg niet veel te zien, afgezien van een paar kamelen en wat bedoeïen met hun kuddes schapen en geiten.

Eenmaal aangekomen bij de zee konden we niet wachten om het zoute water in te duiken. De watertemperatuur was 27 graden, dus lekker warm. Zou het echt mogelijk zijn erin te blijven drijven? Zie hier het bewijs!

De Dode Zee heeft een zoutgehalte van 33.7%. Het is gemakkelijk te raden waar de naam van de Dode Zee vandaan komt: in en om de zee kan niets leven. Het meer wordt omringd door woestijn en kale rotsen.

Ik heb natuurlijk even getest of het mogelijk is om een tijdschrift te lezen terwijl je drijft. Is geen enkel probleem.

De waterkant is wit van het zout. Je ziet hier duidelijk de zoutkristallen.

Het water zou een heilzame werking hebben tegen bepaalde huidziekten en het schijnt goed te zijn voor de huid. Het zout was goed te voelen, toen we het water verlieten voelden we de korrels op onze huid plakken, alsof we in een zoutvat hadden gezwommen.

Doopplaats van Jezus

Na deze leuke ervaring reden we door naar de Jordaan rivier. Deze rivier vormt de grens tussen Israël en Jordanië en mondt uit in de Dode Zee. De omgeving van de Jordaan is een stuk groener.

We bezochten hier de exacte plaats waar, volgens de bijbel, Jezus Christus gedoopt is door Johannes de Doper.

Deze plek is pas sinds 1998 open gesteld voor bezoekers, nadat er een verdrag met Israël was gesloten en het grensgebied hier vrij was gemaakt van prikkeldraad en landmijnen.

De rivier stroomde in Jezus’ tijd anders dan nu, waardoor het rivierbed hier droog staat.

Het is geen goed idee nog gedoopt te worden in de huidige Jordaan rivier, want het water is ernstig vervuild.

Na deze interessante onderbreking reden we door naar Amman. Hier verblijven we nog één nachtje om morgen terug te vliegen naar Nederland.

Van Amman naar Amsterdam

We hadden nog één nachtje slapen in Amman tegoed, de hoofdstad van Jordanië, waar we onze reis ook begonnen waren. Het hotel waar we verbleven “Golden Sands” bood geen gelegenheid om er te dineren, dus we waren aangewezen op de fastfood keten ter plaatsen. Hoewel de McDonalds overal hetzelfde lijkt te zijn, probeert men in de details wel op de behoeften van de locale consument in te spelen. Zo konden we een McArabia bestellen, die uiteraard puur “Halal” is.

Na de snelle hap liepen we de Gloria Jean’s Coffees binnen. Een koffietent die je moeiteloos zou kunnen verwarren met een Starbucks, het is duidelijk dat ze wat van dat concept hebben geleend. Maar dat maakte de koffie niet minder lekker.

Het viel ons op dat hier veel studenten zaten te leren in groepjes. Zowel jongens als meisjes zaten heel serieus over hun boeken gebogen. Compleet met rekenmachines erbij en laptops.

De volgende dag vertrokken we vroeg naar het vliegveld. Onze aardige chauffeur praatte aan één stuk door over zijn gezin. Hij had vijf kinderen en de belangrijkste reden hiervoor was, legde hij uit, dat de eerste drie meisjes waren. Zijn moeder wilde natuurlijk dat er ook jongens in het gezin zouden komen. Dus werden hij en zijn vrouw aangemoedigd het nog een paar keer te proberen.

Het bewees maar weer dat Jordanië een land is met veel tegenstellingen. Op de ene hoek van de straat zie je vrouwen in Burka die eigenlijk niet eens buiten mogen komen, op de andere zitten hippe meiden in jeans hun huiswerk te doen van de universiteit.

Royal Jordanian bracht ons weer comfortabel en veilig terug naar Schiphol. We kunnen terugkijken op een mooie reis in Jordanië. Overal in het land zijn de mensen zeer vriendelijk en beleefd. Verkopers laten je rustig rondkijken en worden niet opdringerig, wat in andere landen in het Midden-Oosten wel anders is. Je wordt overal hartelijk welkom geheten. We zullen het gaan missen.

Maâassalèma Jordanië!
Jeroen & Annemarie

Filmpje van de reis

Hier een korte sfeerimpressie van de mooie reis die we gemaakt hebben door Jordanië. Beelden van Wadi Rum, Petra, de Dode Zee en Akaba.