Reis naar Jordanië

In het hart van het Midden-Oosten ligt het koninkrijk Jordanië, een land met een rijke historie dat voor 90% uit woestijn bestaat. We maken een tocht van het noorden naar het zuiden van het land, waarin alle hoogtepunten voorbijkomen: Amman, Petra, Wadi Rum en natuurlijk de Dode Zee.

In het zuiden in de stad Akaba aan de Rode Zee gaan we vervolgens bijkomen van alle belevenissen.

Royal Jordanian

Met maatschappij Royal Jordanian vertrokken we stipt 16:40 richting het verre Jordanië. Op Schiphol namen we eerst een lekker bakkie bij de starbucks en werden daarna ontworpen aan een grondige controle, waarbij zelfs het schoeisel uit moest.

De vlucht duurde ruim 4 uur. Royal Jordanian deed er alles aan om ons een comfortabele vlucht te bezorgen. Dat was ze bijna gelukt, alleen de heftige turbulentie tijdens de landing gooide roet in het eten.

Eenmaal geland werden we vlot naar ons “Golden Sands” hotel gereden nabij het centrum van de stad. Het was inmiddels al laat geworden, en we moesten onze klok één uur vooruit zetten door het tijdsverschil.

Alle winkels waren inmiddels gesloten. Gelukkig was er voor ons hongerige reizigers nog een McDonalds om de hoek. De “Made in Kuwait” versie van de Quarter Pounder, zoals te lezen was op het doosje, smaakt ook hier zeer vertrouwd.

Regen in de woestijn

Vandaag is onze eerste volle dag in Amman. Zeer verrassend regent het vandaag flink. Onze gids vertelde dat het de eerste regen was dit jaar, dus hoewel het voor ons Nederlanders een vertrouwde aanblik geeft, zal het door de Jordaniërs heel anders beleefd worden.

Het verkeer is er in ieder geval niet op berekend. De wegen zijn spekglad.

Mecca Mall en City Mall

Vanwege het regenachtige weer besloten we vandaag de twee grootste malls van Jordanië met een bezoekje te vereren.

Een taxi is in deze stad binnen 1 minuut geregeld en voor we het wisten scheurden we voor de schamele prijs van 3 dinar door de stoffige straten van Amman.

De taxichauffeur hield van tempo en zette voor de gelegenheid zijn radio met Arabische volksliedjes nog wat harder. De City Mall en de Mecca Mall bleken op loopafstand van elkaar te zijn gesitueerd.

Mecca Mall
We begonnen in de Mecca Mall, omdat dit de grooste van de twee is met ruim 95.000 m2 aan winkelruimte. Het aantal winkels was indrukwekkend en het aanbod gevarieerd.

Niet alles was open op deze vrijdag, waarschijnlijk omdat het hier weekend is. We struinden wat rond en nuttigden een drankje op het enorme food court.

De Mecca Mall is bijzonder, omdat je hier kan worden weggestuurd als er geen vrouw in je gezelschap is. De gedachte is dat mannen alleen of in groepen onreine gedachten kunnen krijgen. Gelukkig had ik Annemarie bij me.

Het was niet toegestaan hier foto´s te maken, maar daardoor liet ik me uiteraard niet weerhouden. We zagen in deze mall vooral de lokale bevolking boodschappen doen en het barstte er van de speelgoedwinkels.
Na de 4 verdiepingen te hebben gezien, verplaatsten we ons naar de City Mall.

City Mall
Je zou verwachten dat de twee enorme Malls op steenworp afstand van elkaar, verbonden zouden zijn door een mooi pad. Aangezien ze van twee concurrerende concerns zijn, was dit echter niet het geval.

Het was nog een hele toer om lopend langs autowegen en klimmend over rotspaadjes de City Mall te bereiken. Wij draaiden onze hand er echter niet voor om. De Mall is van buitenaf niet bijzonder en er omheen is ook niets. Eén of andere nomade had zelfs zijn tent er pal naast opgeslagen.

De City Mall is weliswaar kleiner dan de Mecca Mall, maar veel moderner. Hier was het verrassend genoeg ook aanmerkelijk drukker en alle winkels waren open.

De belangrijkste attracties waren een enorm kinderparadijs met inpandige draaimolen en rollercoaster, en de Carrefour hypermarkt. Ik blijf me altijd verbazen over de grootte van dat soort winkels.
Deze was verspreid over twee verdiepingen, food en non-food. We deden hier wat boodschappen en namen toen de taxi terug naar het hotel.

Don Quichot
De avond brachten we door in restaurant Don Quichot, waar ons een lekker Arabisch maaltje werd voorgeschoteld.

Veel kleine bakjes met frisse groenten en fruit en natuurlijk het heerlijke brood.

De Citadel en Jerash

We vertrokken vroeg vandaag richting de Moskee van Koning Hoessein. Deze moskee is de één na grootste van de stad en er kunnen 7000 gelovigen tegelijk bidden.

Van buiten is het een mooi gebouw. Maar eenmaal binnen is het eigenlijk niet meer dan dan een enorme koepel voorzien van tapijt. De bedoeling is dan ook om onafgeleid te kunnen bidden.

Uit eerbied voor de gebruiken worden de vrouwen verplicht een zwarte hoofdbedekking te dragen als ze de moskee betreden. Ook Annemarie moest eraan geloven. Verder moesten de schoenen van alle bezoekers uit. Eenmaal in de moskee mocht wel volop gefotografeerd en gefilmd worden.

De Citadel
Na de moskee vervolgden we onze tour door de stad richting de Citadel van Amman.

Onderweg valt het op dat veel huizen hier niet afgebouwd zijn. Dit blijkt een bijzondere reden te hebben. Ouders laten een huis bouwen met de mogelijkheid hier later nog een verdieping op te zetten als hun kinderen gaan trouwen, omdat ouders en kinderen vaak in hetzelfde huis blijven wonen.

Die uitbreiding kan dan soms meerdere jaren in beslag nemen omdat er veel geld voor nodig is.

Het verkeer is soms erg chaotisch. En soms zie je dingen die je in Nederland waarschijnlijk nooit zult zien, zoals dit niet al te subtiel overbeladen busje.

De Citadel in Amman is een centraal gelegen punt op een berg (jebel) waar in de Romeinse tijd een tempel van Hercules stond. In latere tijden zijn er diverse andere bouwwerken neergezet, zoals moskees en kerken, afhankelijk van wie de stad op dat moment bestuurde.

Van hieruit hadden we een prachtig uitzicht over de stad.

Jerash
Ten noorden van de stad Amman ligt Jerash, onze volgende stop. Hier zijn ruïnes van een antieke stad uit de Romeinse tijd te vinden, die toen de “stad van 1000 pilaren” werd genoemd. Er zijn er nog 300 van over. Genoeg om een indruk te geven van de grootsheid die deze stad moet hebben gehad.

Het hele complex was enorm, de grootste Romeinse overblijfselen buiten Rome die we ooit hebben gezien.

Compleet met triomfbogen, een hippodrome en een vrijwel volledig bewaard amphitheater, waar zelfs heden ten dage nog voorstellingen worden gehouden.

Wat ons bezoek aan Jerash nog specialer maakte, was dat we na een zeldzame korte regenbui een prachtige regenboog boven de ruïnes zagen!

Van Amman naar Petra

Vandaag verlieten we het drukke en moderne Amman om de reis naar het oude Petra te aanvaarden. Het offerfeest was bezig en in de stad zagen we daar de nodige bewijzen van.

Onderweg deden we de Mount Nebo aan. Dit is de bekende bijbelse berg waarop Mozes het beloofde land zag. Vanaf deze berg konden we met eigen ogen zien waar Mozes destijds 40 jaar voor door de woestijn moest trekken.

Er was eigenlijk bar weinig te zien. Mozes moet een geweldig verkooppraatje hebben gehad, dat hij het volk van Israël hier na zoveel geleden ontberingen wild enthousiast over wist te maken.

Onze reis vervolgde langs de Wadi al-Mujib, ook wel de Grand Canyon van Jordanië genoemd.

In Madaba maakten we een korte stop om de oudste kaart van het heilige land te bekijken. Een mozaïek in een klein onopvallend kerkje, dat helaas wat al te gretig door toeristen werd bestormd.

Vervolgens draaiden we de kaarsrechte woestijnweg op die Amman en Akaba met elkaar verbind. Aan beide zijden van de weg is er tijden lang alleen woestijn te zien.

Het viel op dat de woestijn in Jordanië te maken heeft met de nodige vervuiling. We zagen echt overal zwerfafval liggen.

We zagen af en toe een herdertje langs de weg met zijn schapen en geiten. Volgens onze gids worden deze herders betaald door de eigenaar van het vee en wordt er bovendien staatssteun gegeven aan vee-eigenaren zodat dit beroep blijft bestaan.

We passeerden bij Kerak nog een imposant kruisvaarderskasteel, strategisch gelegen op een bergtop.

De eindbestemming van vandaag was “klein Petra”. Dit was een voorpost van de eigenlijke stad.

Omdat we morgen de stad Petra gaan bekijken, konden we hiermee een klein voorproefje krijgen van wat ons dan te wachten staat.

De bijzonder gevormde rotsen en uitgehakte gebouwen hier maakten al behoorlijk wat indruk. Dat belooft veel goeds voor de dag van morgen.

Het wonder van Petra

De stad Petra is één van de wonderlijkste plaatsen op aarde. Een volk waarover vrijwel niets bekend is, heeft 2100 jaar geleden gigantische tempels uitgehakt in de kale rotsen. Vandaag zouden we dit wonder gaan bekijken.

De Nabateërs, zoals ze bekend stonden, hieven 25% belasting op alle goederen die via Petra werden vervoerd. In hun hoogtijdagen werden ze daar ontstellend rijk van. Pas toen er nieuwe handelsroutes gevonden werden, stortte de economie van Petra in.

De stad is bereikbaar via een smalle kloof, met stijle wanden die tot wel 80 meter hoog zijn, waar geen eind aan lijkt te komen. Des te groter is de verbazing om de eerste glimp van deze verborgen stad te zien.

Omdat deze geheime stad zo goed verscholen ligt tussen de bergen, heeft het tot 1812 geduurd voordat een ondekkingsreiziger hem herontdekte. Later in 1985 is het een UNESCO monument geworden en in 2007 zelfs gekozen tot één van de wereldwonderen.

De Nabateërs zijn uiteindelijk verslagen door de Romeinen, die heel listig het water vergiftigden en zo de onneembare stad tot overgave wisten te dwingen.

We konden in alle rust genieten van Petra, want door de onlusten elders in het Midden-Oosten was het aantal toeristen naar Jordanië 70% gedaald.

Overal waar je loopt in Petra liggen scherven van potten en ander aardewerk nog uit de tijd van de Nabateërs. Ik moet bekennen dat ik er twee de stad uit heb gesmokkeld. Ze zullen ze niet missen.

Toen de stad op haar hoogtepunt was, woonden er bijna 30.000 mensen.

Om de laatste tempel te zien, moesten we 800 treden klimmen door de bergen. Deze klim duurt meer dan anderhalf uur en er werd geadviseerd dit alleen te doen als je een goede conditie had. Hierdoor lieten we ons natuurlijk niet tegenhouden. De klim was niet voor niets, want het “Het Klooster” zoals deze tempel wordt genoemd, is de grootste van heel Petra.

We hebben de hele dag in Petra rondgelopen en waren zeer onder de indruk. Veel mensen komen speciaal naar Jordanië om Petra te zien en het is goed te begrijpen waarom. De woeste imponerende rotsen, verbazingwekkende tempels en de ruwe woestijn rondom maken het een mystieke, bijna spirituele plaats.

Terug in het hotel, dat overigens een niet al te artistieke kopie is van de “schatkamer” in Petra, kunnen we nog één keer een lekkere warme douche nemen. Morgen gaan we namelijk de woestijn in, naar Wadi Rum. We brengen dan een nacht in een bedoeïenentent door. De nachten in de woestijn schijnen soms bitterkoud zijn, dus we nemen warme truien mee.

In de voetsporen van Lawrence of Arabia

We trokken verder zuidwaarts naar Wadi Rum, één van de mooiste woestijnlandschappen ter wereld. Niet verrassend koos regisseur David Lean juist deze locatie uit voor zijn film Lawrence of Arabia uit 1962.

We zagen de spoorlijn die loopt van Istanbul naar Mekka, die een rol speelt in de film. We zouden hier gaan slapen in een tentenkamp, letterlijk midden in de woestijn.

Maar voor het zover was, zouden we eerst de woestijn per jeep gaan ontdekken. Vier 4×4’s stonden klaar om ons naar de mooiste plekjes in de woestijn te vervoeren.

Op deze tocht, die ruim drie uur duurde, kregen we het echte woestijngevoel wel te pakken. Onderweg bij een bedoeïenentent schafte ik nog een Arabisch hoofddeksel aan om nog beter op te gaan in de omgeving.

In de hele omgeving was niets anders te zien dan zand en rotsen. Maar juist dat maakte het zo speciaal.

Het gevoel om met een jeep door de woestijn te scheuren met een Keffiyeh op je hoofd is niet te beschrijven.

Ik vond in het zand nog een kaak uit een oude kamelenschedel, het leek zo net een stripboek!

Het was leuk om de schaduwen te zien die door de laaghangende zon ontstonden.

We klommen boven op een stenen boog voor een beter uitzicht, en bleven
tot kwart voor vijf om de zonsondergang te zien.

De ondergaande zon zorgde voor een prachtig kleurenspel.

De zon maakte plaats voor een volle maan en meer sterren aan de hemel dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.

‘s Avonds keerden we terug naar het tentenkamp voor het traditionele Zarb gerecht, waarbij kip en lamsvlees in een pot onder de grond worden bereid. Het bleek zowaar erg lekker te zijn.

We nestelden ons daarna om een kampvuur en er werd Arabische muziek ten gehore gebracht. De Jordaniërs ter plaatse gaven het enthousiaste voorbeeld en al gauw waren we allemaal aan het dansen rond het kampvuur.

De kamelenrace

De nacht in de tent was niet erg comfortabel, waardoor we een beetje brak waren de volgende ochtend. Sjeik Zayed bin Sultan Al Nahyan van Abu Dhabi had daar maling aan, want in zijn naam werd er op een steenworp afstand van ons kamp een kamelenrace georganiseerd.

De dag tevoren hadden we onderweg al een kameel gezien die per jeep werd vervoerd, wat een erg grappig gezicht was. Zoals snel duidelijk zou worden, was dat niet de enige geweest.

De echte race zou pas in de middag plaatshebben, maar nu al was er volop activiteit. Wij namen natuurlijk even een kijkje, nieuwsgierig als we zijn.

Er waren al zo’n 300 kamelen en hun eigenaren aanwezig. De sfeer onder de mannen was gespannen, soms wat opgefokt. De kamelen hadden hier echter geen last van en stonden uiterst relaxt en onnozel om zich heen te kijken zoals alleen kamelen dat kunnen.

Soms wist er één te ontsnappen en die moest dan met veel kabaal en tumult weer worden teruggehaald. Dit was geen zachtzinnige bedoening.

Er werd een oefenronde gelopen en we konden zien hoe de races in zijn werk gaan. Er zit geen berijder op de kameel, maar een apparaatje met een touw eraan, dat dienst doet als een op afstand bestuurbaar zweepje. Rent de kameel niet hard genoeg, dan drukt zijn eigenaar op een knopje om hem tot meer snelheid aan te zetten.

Tijdens de rit reden de auto’s mee met daarin joelende Arabieren. Het was een mooi schouwspel.

Helaas konden we de echte race niet zien omdat we geen invitatie hadden van de sjeik. We vertrokken naar Akaba, waar we een week zullen blijven voordat we via de Dode Zee terugkeren naar Amman voor de vlucht huiswaarts.

We overnachtten één nachtje in het Golden Tulip Hotel, en hadden een afsluitend diner met de groep.

Mijn 32e verjaardag, die al zo bijzonder begonnen was in de woestijn van Wadi Rum, werd nu gevierd met taart, een leuk gebaar van de gids.

Feest in Akaba

We hadden de woestijn nu achter ons gelaten en Akaba bereikt, aan de kust van de Rode Zee. Onderweg waren we nog het grappige verkeersbord “pas op voor kamelen” tegengekomen.

We waren nu ook verlost van de zwijgzame man van de “toeristenpolitie”, die ons sinds Amman overal had vergezeld. In heel Jordanië zijn ze te vinden bij de toeristische plaatsen in speciale huisjes. Het is de bedoeling dat ze de toeristen beschermen, maar ze lijken vooral een symbolische functie te hebben.

De stad Akaba is met 62.000 inwoners niet erg groot maar heel belangrijk voor Jordanië omdat het de enige havenstad aan zee is.

Het ligt aan het meest noordelijke puntje van de Rode Zee en grenst daarmee aan Israël (6 km), Saoedi-Arabië (20 km) en Egypte. Vanaf het strand is de badplaats Eilat in Israël te zien.

De dag dat we in Akaba aankwamen was het offerfeest nog aan de gang, wat zorgde voor een enorme drukte in de stad. De openbare stranden waren overvol.

Het was boeiend om te kijken hoe de lokale bevolking over de stranden krioelde. De traditionele waterpijp werd gecombineerd met de nieuwste gadgets.

Op zee was het een chaos met kleine bootjes en waterfietsen. De vrouwen hielden hun lichaam grotendeels bedekt, zelfs als ze aan het strand lagen.

We liepen een rondje door het stadje en de diverse winkeltjes. We maakten een praatje en kregen zowaar een kopje thee aangeboden. De bevolking is gastvrij en de verkopers niet te opdringerig.